Laagdikte meten
Een goed verfsysteem begint met de keuze van de juiste producten. Van groot belang is ook de juiste laagdikte. Verf moet in de juiste laagdikte aangebracht worden om de ondergrond te beschermen en voor een eindresultaat wat ook lang mooi blijft. De juiste laagdikte wordt bereikt door het voorgeschreven aantal lagen aan te brengen, volgens de voorschriften in het technisch informatieblad en de schema’s. De laagdikte per laag is natuurlijk ook belangrijk, maar hoe wordt dat gecontroleerd?
Er zijn een aantal manieren om vast te stellen of de juiste laagdikte is aangebracht. De meest bekende zijn:
Natte laagdiktemeting met een laagdiktekam
De laagdiktekam heeft rondom een rij tandjes. Bij ieder tandje wordt een getal vermeld, wat staat voor de bijbehorende natte laagdikte. Gebruik die kant van de kam met de relevante laagdiktes voor het type verf en de applicatiemethode die u gebruikt (zie het technisch informatieblad, voor aflakken bijvoorbeeld ~50micron). De laagdiktekam wordt in de net aangebrachte nog natte verflaag gedrukt. Een aantal tandjes zullen de verf raken. De natte laagdikte ligt tussen het laatste natte en het eerste droge tandje.
Droge laagdiktemeting
De droge laagdikte wordt gemeten met een elektronische laagdiktemeter. Een veel gebruikt apparaat is de Elcometer 456. Met een droge laagdiktemeter wordt de totale laagdikte vanaf de kale ondergrond gemeten, bijvoorbeeld alle primerlagen tezamen. Een droge laagdiktemeter is alleen geschikt voor meting op metalen ondergronden.
Destructieve laagdiktemeting
Bij de destructieve laagdiktemeting wordt met een zogeheten ‘PIG’ meter een krasje in de verflaag gezet, waarna via de ingebouwde loep en schaalverdeling de laagdikte gemeten kan worden. Met deze meting kan de laagdikte van de afzonderlijke lagen van het verfsysteem gemeten worden.
Volume-oppervlakte controle
Deze methode wordt vaak gebruikt als er geen meet-apparatuur beschikbaar is. Minder exact dan een meting, maar bruikbaar als een indicatie of er niet te dun/dik geschilderd wordt en ook voor de doe-het-zelver een gemakkelijke controle.
In het technisch informatieblad wordt rendement vermeld bij de juiste laagdikte. Om vast te stellen of de juiste hoeveelheid verf gebruikt is, wordt het te schilderen oppervlak (mtr2) gedeeld door het rendement (mtr2/ltr).
Voorbeeld:
Een onderwaterschip van 20mtr2 wat geschilderd wordt met Primocon. Het rendement van Primocon is 7.4mtr2/ltr. Per laag moet er 20mtr2/7.4mtr2/ltr. = 2.70ltr. Primocon aangebracht worden voor een correcte laagdikte. Blijft er 1ltr. over van die 2.7ltr, is er te dun gesmeerd en zullen extra lagen aangebracht moeten worden om de juiste laagdikte te bereiken.
De juiste droge en natte laagdikte (DLD en NLD) per laag is terug te vinden in het technisch informatieblad (te downloaden op www.international-yachtpaint.com).
Voor Primocon is dit bijvoorbeeld:
Aanbevolen DLD per laag: 40 micron droog
Aanbevolen NLD per laag: 121 micron nat
Controle van de juiste laagdikte is een essentieel onderdeel van goed schilderwerk. Door de correcte laagdikte aan te brengen wordt een mooi en duurzaam eindresultaat bereikt. Meer informatie over de aanbevolen laagdikte en de aanbevolen lagen is te vinden op www.international-yachtpaint.com